Heb jij flexibel vermogen? Dan wil de netbeheerder je betalen

Het Nederlandse stroomnet staat onder druk. Door de groeiende elektrificatie en de toename van duurzame energieopwekking ontstaan er steeds vaker momenten waarop er lokaal teveel stroom wordt gevraagd of aangeboden.
Dit artikel is gebaseerd op de podcastaflevering met Jeroen van Diesen van Alliander over geld verdienen met netcongestie.
Netcongestie
Deze netcongestie is geen probleem dat de hele dag speelt, maar ontstaat vooral op specifieke spitsmomenten – vergelijkbaar met files op de snelweg die ook niet constant aanwezig zijn, maar juist tijdens de spits ontstaan.
De typische congestiemomenten zijn door de weeks tussen zeven en negen uur ’s ochtends, wanneer bedrijven opstarten, en aan het eind van de middag of begin van de avond, als mensen thuiskomen en bijvoorbeeld elektrische auto’s gaan opladen. Dit lokale karakter van netcongestie maakt het tot een complexe uitdaging die per regio verschillend kan zijn.
Wat doen netbeheerders om het net te verbeteren?
Netbeheerders pakken het congestieprobleem op drie manieren aan:
1. Meer koper in de grond
De meest voor de hand liggende oplossing is het fysiek uitbreiden van de netcapaciteit. Dit betekent het aanleggen van dikkere kabels en meer onderstations. Om Nederland de komende decennia onafhankelijk te maken van gas en andere fossiele brandstoffen, moet er enorm veel geld geïnvesteerd worden in de aanleg en uitbreiding van het elektriciteitsnetwerk. Netwerkbeheerders houden rekening met een bedrag dat kan oplopen tot 220 miljard euro. Zoals Jeroen van Diessen van Alliander uitlegt in Groene Zaken #07: “Zo’n kabel die gooi je niet even over je schouder” – het gaat om forse infrastructuurprojecten die tijd en veel investeringen vergen.
2. Beter benutten van het bestaande net
Netbeheerders kijken kritisch naar de veiligheidsmarges die vanuit het verleden zijn vastgesteld. Door slimmer om te gaan met deze marges, bijvoorbeeld op basis van temperatuur, kan het net beter benut worden zonder de betrouwbaarheid in gevaar te brengen. Nederland heeft nog steeds een zeer betrouwbaar stroomnet met 99,99998 procent beschikbaarheid.
3. Flexibel vermogen contracteren
De derde en steeds belangrijkere oplossing is het zoeken naar bedrijven die hun energieverbruik of -productie flexibel kunnen inzetten. Dit is waar congestiemanagement om de hoek komt kijken.
Wat is congestiemanagement?
Congestiemanagement is het proces waarbij netbeheerders samenwerken met bedrijven om netcongestie tegen te gaan door hun energieverbruik of -productie tijdelijk aan te passen1. Het gaat niet om het permanent beperken van bedrijven, maar om het slim inzetten van flexibel vermogen op momenten dat het netwerk het nodig heeft.
Jeroen van Diessen benadrukt dat ze liever spreken over “het zoeken van flexibel vermogen” dan over congestiemanagement. “Flex is here to stay”, aldus Jeroen. Ook als congestie in de toekomst minder wordt, verwachten netbeheerders dat het energiesysteem flexibel zal blijven.
Het proces werkt als volgt: netbeheerders doen onderzoek naar gebieden waar pieken voorkomen en sturen vervolgens een mail uit naar bedrijven met een groot gecontracteerd transportvermogen (GTV) om te vragen of ze interesse hebben in het leveren van flexibele diensten tegen vergoeding.
Congestiemanagement contracten en vormen
Er zijn verschillende contractvormen voor congestiemanagement, elk met zijn eigen kenmerken en toepassingen. Deze kunnen globaal worden onderverdeeld in langetermijncontracten en kortetermijn marktmechanismen.
CBC: Capaciteit Beperkend Contract
Het Capaciteit Beperkend Contract (CBC) is de meest voorkomende vorm van congestiemanagement en vormt de basis voor veel flexibiliteitscontracten. In een CBC spreken netbeheerders met bedrijven af hoeveel flexibel vermogen ze kunnen inzetten en in welke tijdvensters. Deze contracten stellen beperkingen aan het maximale vermogen dat een afnemer of producent mag afnemen of invoeden op het elektriciteitsnet. Er zijn twee varianten: tijdvenstergebonden en op afroep.
CBC-T: Tijdvenstergebonden
De CBC-T (Tijdvenster gebonden) variant behelst vaste afspraken voor bepaalde tijden. Dit betekent dat er contractueel wordt vastgelegd op welke vaste momenten een bedrijf zijn stroomverbruik en/of opwekking moet aanpassen. Bijvoorbeeld dat een bedrijf tussen 12:00 en 16:00 uur ’s middags slechts de helft van zijn normale vermogen mag invoeden bij invoedingscongestie.
Deze vorm biedt voorspelbaarheid voor bedrijven omdat ze van tevoren weten wanneer beperkingen gelden. Het is vooral geschikt voor bedrijven met regelmatige productiepatronen die zich kunnen aanpassen aan vaste tijdvensters. De vergoeding wordt gebaseerd op het kW-contract tarief voor het transportvermogen dat niet gebruikt kan worden binnen de tijdvensters.
CBC-A: Afroep
Het CBC-A (Afroep) contract werkt op basis van day-ahead communicatie. Hierbij wordt de dag van tevoren om 7:00 uur ’s ochtends aangegeven dat er op die dag een beperking plaatsvindt. Bedrijven hebben dan nog tijd om hun processen aan te passen voordat de daadwerkelijke beperking ingaat.
Deze vorm biedt meer flexibiliteit dan de tijdvenster gebonden variant, omdat beperkingen alleen worden toegepast wanneer daadwerkelijk congestie wordt verwacht. Bedrijven ontvangen een dag van tevoren een bericht waarin wordt verzocht de volgende dag tijdelijk de afname of teruglevering te beperken. De aanpassing die wordt gevraagd is nooit meer dan wat nodig is om overbelasting van het net te voorkomen.
Er kunnen ook verplichtingsperioden worden afgesproken waarin bedrijven geacht worden te committeren aan afroepvragen, bijvoorbeeld tijdens zomermaanden voor invoedingscongestie. Buiten deze perioden kunnen netbeheerders nog steeds om deelname vragen, maar is het aan de partij zelf om aan te geven of dit mogelijk is.
CSC: Capaciteitssturend Contract
Het Capaciteitssturend Contract (CSC) is een uitbreiding van het CBC en is momenteel nog in ontwikkeling. Waar een CBC alleen kan beperken, kan een CSC ook vragen om juist meer te gaan invoeden of afnemen. Dit maakt het vooral interessant voor bedrijven met batterijen of moderne installaties die zowel kunnen produceren als consumeren.
In een CSC staan afspraken die netbeheerders maken met energiegebruikers en -aanbieders over het netcongestie-neutraal aansluiten van bijvoorbeeld batterijsystemen. Er kan worden overeengekomen dat gebruikers op piekmomenten slechts een beperkt vermogen uit hun systemen mogen gebruiken, of dat ze op specifieke momenten, zoals tijdens zonnige periodes, hun batterijen actief moeten opladen.
De CSC wordt gezien als de volgende stap in de evolutie van congestiemanagement contracten, waarbij niet alleen beperking maar ook actieve sturing mogelijk wordt. Dit biedt meer mogelijkheden voor optimalisatie van het netwerk en kan leiden tot efficiëntere oplossingen voor congestieproblemen.
Redispatch: intraday veilingmechanisme
Naast de langetermijncontracten bestaat er ook een kortetermijn marktmechanisme genaamd redispatch. Dit werkt intraday (binnen de dag) en vraagt om snelle beslissingen. Jeroen beschrijft het als “een soort veilingsysteem, waarin dat wij vragen aan partijen binnen een regio waar dat wij congestie verwachten binnen nu en een x aantal uur”.
Werking van redispatch
Redispatch moet worden gezien als vrije marktbiedingen die intraday plaatsvinden, dus op de dag dat het vermogen nodig is. Wanneer netbeheerders op korte termijn congestie verwachten, plaatsen zij een verzoek om flexibel vermogen op het GOPACS-platform. GOPACS is zelf geen handelsplatform, maar faciliteert de matching van vraag en aanbod voor congestieoplossingen. Netbeheerders plaatsen dagelijks hun orders voor flexibel vermogen op GOPACS, waarop CSP’s kunnen reageren en flexibel vermogen kunnen aanbieden.
Het systeem werkt via een biedladder waarbij de meest kostenefficiënte oplossingen automatisch worden geselecteerd. Een slim algoritme vindt oplossingen die netbeheerders afzonderlijk niet kunnen realiseren door biedingen van verschillende partijen in verschillende regio’s te combineren. Bijvoorbeeld kan een windpark in één regio minder opwekken terwijl een zonnepark in een andere regio dit compenseert.
Balanshandhaving bij redispatch
Een belangrijk aspect van redispatch is dat de verlaging binnen het congestiegebied altijd moet samengaan met een tegenovergestelde actie buiten het congestiegebied om de landelijke balans te behouden. Dit betekent dat voor elke bieding om minder in te voeden of af te nemen binnen een congestiegebied, er een corresponderende bieding moet zijn om meer in te voeden of af te nemen buiten dat gebied.
Via GOPACS wordt gecontroleerd of aan alle voorwaarden is voldaan. Bij een match betalen de netbeheerders het prijsverschil tussen de twee orders en is de congestie opgelost of voorkomen. Dit systeem zorgt ervoor dat congestie lokaal wordt opgelost zonder de landelijke energiebalans te verstoren.
Rol van Congestie Service Providers (CSP’s)
Voor complexere situaties, met name bij redispatch, zijn vaak gespecialiseerde partijen nodig: Congestie Service Providers (CSP’s). Deze bedrijven ontzorgen andere bedrijven door hun assets stuurbaar te maken en zorgen voor maximaal rendement. Alleen erkende CSP’s mogen biedingen doen op de vrije energiemarkt via de handelsplatformen die aangesloten zijn op GOPACS.
Een CSP handelt als tussenpartij tussen grootzakelijke klanten en netbeheerders. Zodra er in een bepaald gebied congestie optreedt, geven netbeheerders op GOPACS aan wat hun behoefte is aan flexibel vermogen. CSP’s reageren hierop door klanten met flexibel vermogen in het congestiegebied te benaderen en het best passende bod uit te brengen.
CSP’s bieden verschillende diensten aan: ze handelen namens klanten op energiehandelsplatformen, sluiten congestiemanagementcontracten af, verzorgen de financiële afhandeling en optimaliseren de inzet van assets. Bedrijven met een gecontracteerd vermogen van 1.000kW of meer kunnen er ook voor kiezen om zelf CSP te worden. Bekijk hier de in Nederland geregistreerde CSP’s.
Welke bedrijven kunnen meedoen?
Voor deelname aan congestiemanagement moet aan minimale eisen worden voldaan, waaronder een gecontracteerd transportvermogen van ten minste 100 kilowatt voor afname.
Typische voorbeelden van geschikt flexibel vermogen zijn:
Aan de invoedende kant:
- Zonnepanelen en windturbines
- WKK’s (warmte-kracht-koppelingen) in de tuinbouw
- Batterijsystemen
Aan de afnemende kant:
- E-boilers (elektrische boilers)
- Koelcellen (die enige temperatuurmarge hebben)
- Laadpleinen voor elektrische voertuigen
- Batterijen (die ook kunnen afnemen)
Het belangrijkste criterium is dat het flexibele proces niet het primaire bedrijfsproces raakt. Een bakker die ’s ochtends zijn brood moet klaar hebben voor de klanten kan moeilijk flexibel zijn, maar een bedrijf met pompen die vier uur per dag moeten draaien kan dat vaak wel op verschillende tijdstippen doen.
Wat levert het op?
Netbeheerders bepalen de waarde van het flexibele vermogen en bieden daar een vergoeding plus opslag voor. Jeroen benadrukt: “De insteek is ook echt wel dat we vergoeden, maar dat we dus ook een opslag geven. Want ja, je levert wel een dienst en daar zijn we hard naar op zoek”.
Het is geen liefdadigheid – het moet altijd financieel interessant zijn voor bedrijven. De exacte tarieven verschillen per type asset en worden in overleg vastgesteld.
Hoe begin je ermee?
Voor bedrijven die interesse hebben in congestiemanagement zijn er verschillende opties:
- Direct contact met de netbeheerder: Bedrijven kunnen zich melden bij hun lokale netbeheerder om mogelijkheden te bespreken
- Via een CSP: Voor complexere situaties kunnen Congestion Service Providers helpen bij het optimaliseren en beheren van flexibele assets
- Via de energieleverancier: Veel energieleveranciers bieden ook diensten rond flexibel vermogen aan